25.08.2013 | ||||||
De antikatabole werking van een paar gram L-carnitine
Bij honger, ernstige ziekte en andere vormen van fysieke stress offert het lichaam spierweefsel op. In de spiercellen wordt het ubiquitin-proteasome system actief, dat spiereiwitten afbreekt. Katabole eiwitten die bij dat sloopproces een belangrijke rol spelen zijn MuRF1 en atrogin-1.
De Duitsers doen onderzoek naar de effecten van toevoeging van kleine hoeveelheden L-carnitine in voer voor biggen, in de hoop dat die stof een groeibevorderende werking heeft. In 2011 en 2012 publiceerden ze studies waarin suppletie met L-carnitine in spiercellen van biggen het katabole ubiquitin-proteasome system een tandje lager zette. [Mol Nutr Food Res. 2011 Mar;55(3):419-29.] [Animal. 2012 Jan;6(1):70-8.]
In 2013 verscheen een studie van dezelfde onderzoekers waarin ze L-carnitine aan ratten gaven, en waarin ze preciezer wilden uitzoeken hoe de antikatabole werking van L-carnitine in elkaar zit. In de experimentele groep van die studie kregen ratten van 4 weken oud voer dat per kg 1250 mg L-carnitine bevatte. Het humane equivalent van die dosis ligt in de orde van grootte van 1-3 gr L-carnitine per dag. De controlegroep kreeg standaardvoer.
In de 4 weken dat het experiment duurde bouwden de ratten een beetje meer spiereiwit op, en verminderde de hoeveelheid vet in hun spierweefsel.
![]() ![]()
Een deel van de verklaring van het spierversterkende effect zie je hierboven. De suppletie met L-carnitine verhoogde de concentratie IGF-1 in het bloed van de ratten [rechtsboven]. In de lever van de ratten was het gen voor IGF-1 harder gaan werken [linksboven]. [Hum... Zou dat betekenen dat groeihormoongebruikers harder groeien als ze L-carnitine slikken?]
L-carnitine verlaagde in de spiercellen de aanmaak en concentratie van de katabole eiwitten MuRF1 en atrogin-1. Bovendien vonden de onderzoekers minder eiwitten in het ubiquitin-proteasome system, die bezig waren verhakseld te worden [helemaal rechts in de figuur hieronder].
Waarschijnlijk door de activering van de anabole signaalmoleculen nam ook het aantal gefosforyleerde FoxO1-moleculen toe. FOXO1 is een katabool signaalmolecuul. In niet-gefosforyleerde toestand vertelt het de celkern dat het moleculen - en dus ook spiereiwitten - moet omzetten in glycogeen. Bovendien regelt FoxO1 de aanmaak van het katabole MuRF1. In gefosforyleerde toestand wordt FoxO1 echter snel afgebroken.
"Probably, the suppression of the ubiquitin-proteasome system by carnitine with respect to muscle protein degradation might be more pronounced and more relevant under condition of negative N balance, chronic diseases and denervation or under unloading conditions", schrijven de onderzoekers. "Under such conditions, the ubiquitin-proteasome system is strongly up-regulated leading to muscle atrophy and a reduction of the mass of skeletal muscles."
Bron:
Meer:
|