27.08.2011

Dierstudie: langzame koolhydraten maken gespierder en actiever

Een dieet met moeilijk opneembare koolhydraten - lees: veel voedingsvezels - maakt ratten met een haperende pancreas slanker en gespierder, schreven we een paar dagen geleden. Zo'n dieet heeft hetzelfde effect op muizen met een normale pancreas, ontdekten onderzoekers van Children's Hospital Boston. Bovendien maken moeilijk opneembare koolhydraten de dieren lichamelijk actiever.

De onderzoekers verdeelden een groep mannelijke muizen in 2 groepen. Beide groepen kregen gedurende 40 weken voer dat voor 60 gewichtsprocent uit zetmeel bestond. Bij de controlegroep bestond dat zetmeel volledig uit het makkelijk opneembare amylopectine, bij de experimentele groep bestond het voor 40 procent uit amylopectine en voor 60 procent uit het moeilijk opneembare amylose.

Het verschil tussen amylose en amylopectine zit 'm in hun structuur. Amylopectine is een vertakte keten. De enzymen in de spijsvertering kunnen op meerdere plaatsen tegelijkertijd de glucosemoleculen uit het amylopectine lospeuteren en opnemen. Dat gaat vrij snel. Amylose is daarentegen een recht-toe-recht-aan-keten van glucose-eenheden. De spijsvertering moet de eenheden 1 voor 1 losmaken, en dat kost tijd. Het lichaam kan het gros van de glucosemoleculen niet opnemen.

De niet-opgenomen suikerketens vormen in de dikke darm de voedingsbodem voor goedaardige micro-organismen. Die zetten glucose om in vrije vetzuren met een korte keten. Onderzoekers vermoeden dat de positieve effecten van vezels - vezels zijn een verzamelnaam voor alle koolhydraatketens die je dunne darm niet kan verteren, en die in de dikke darm geheel of gedeeltelijk worden gefermenteerd door micro-organismen - voor een deel het werk zijn van die short chain fatty acids. Ze zouden het metabolisme een tandje hoger zetten.

Effect op het lichaamsgewicht had de samenstelling van het zetmeel niet, maar wel op de vetmassa. Je ziet hieronder dat de muizen die langzame koolhydraten aten [SAC] beduidend minder vet opbouwden dan de muizen de snelle koohydraten aten [RAC]. Dat betekent dat ze dus meer vetvrije massa opbouwden.


Dierstudie: langzame koolhydraten maken gespierder en actiever


Dierstudie: langzame koolhydraten maken gespierder en actiever


Dierstudie: langzame koolhydraten maken gespierder en actiever


De onderzoekers vonden twee deelverklaringen voor het positieve body recompositioning effect van de langzame koolhydraten. De respiratory quotient (RQ) van de muizen die langzame kollhydraten aten was lager. Dat betekent dat ze een beetje meer vetten verbrandden, en minder koolhydraten. Maar een misschien nog belangrijker factor was dat de muizen meer bewogen.

In de kooi van de muizen hadden de onderzoekers lichtbundels gericht op sensoren, en de muizen die langzame koolhydraten vaker door die lichtbundels heen. Ze waren dus lichamelijk actiever. "Higher levels of physical activity are characteristically associated with greater lean body mass", schrijven de onderzoekers voorzichtig. Je leest tussen de regels door dat ze niet denken dat het beetje extra beweging van die SAC-muizen hun afwijkende lichaamssamenstelling verklaart. Ook al is de toegenomen lichamelijke activiteit natuurlijk op zichzelf al interessant.

"A low glycemic diet could increase spontaneous physical activity level, a possibility that might have important implications for the prevention and treatment of obesity and promotion of physical fitness", concluderen de onderzoekers.

Bron:
Am J Physiol Endocrinol Metab. 2008 Nov;295(5):E1126-31.

Meer:
Maak je koolhydraten langzamer, en word slanker en gespierder (25-8-2011)