10.01.2004 | ||||
Cafeïne verbrandt vet op twee manieren
Franse onderzoekers hebben voor de helft achterhaald hoe de meest gebruikte drug ter wereld vetlagen afbreekt. De andere helft van de werking van cafeïne [structuurformule hieronder] is de onderzoekers niet precies duidelijk.
Uit proeven weten we dat cafeïne de stofwisseling van cellen verhoogt door het cyclisch nucleotide fosfodiesterase te remmen. Daardoor verandert er in de cel minder van het signaalmolecuul cAMP in het energiemolecuul AMP. Meer cAMP betekent onder meer dat cellen gevoeliger worden voor adrenaline. Bovendien verhoogt cafeïne de aanmaak van hormonen als adrenaline.
Maar is dat het hele verhaal? Om meer over de werking van cafeïne te weten te komen gaven de onderzoekers 8 gezonde jonge twintigers 10 mg cafeïne per kilo lichaamsgewicht: 5 mg gewone cafeïne, en 5 mg time released cafeïne. Voor en na de toediening onderzochten de Fransen het bloed, de adem en de urine van de proefpersonen. De mannen hadden nog niet ontbeten.
De onderzoekers herhaalden hun experimenten toen ze de proefpersonen een placebo gaven, en een keer met een combinatie van cafeïne en de bètablokker propanolol.
Hieronder zie je wat er gebeurde met het energieverbruik. De metingen begonnen een uur voor toediening en stopten drie uur daarna.
De figuur maakt duidelijk dat de bètablokker een deel van het effect teniet deed - maar niet alles. Dat wordt pas goed duidelijk als je kijkt naar het 'thermisch effect' - de verhoging van de aanmaak van warmte door het lichaam. De gegevens van hieronder hebben betreking op het laatste uur van de proef.
De figuur hieronder vertelt waar die energie vandaan kwam. Cafeïne stimuleert vooral de verbranding van vet, en in mindere mate die van suikers.
Cafeïne doet echter meer. De figuur hieronder vertelt hoeveel vrije vetzuren het lichaam in beweging bracht. Cafeïne verdubbelde de snelheid waarmee dat gebeurde. Omdat de verbranding van vet slechts met 40 procent toenam, kun je aannemen dat het lichaam de helft van alle losgemaakte vetten weer netjes opborg. Een middel dat de verbranding van vet nog verder bevordert zou dus met cafeïne een goede vetverbrander vormen.
De onderzoekers concluderen dat cafeïne in ieder geval werkt via de adrenergene bètareceptoren. Maar cafeïne moet nog meer doen, iets wat niet met de adrenergene bètareceptoren van doen heeft.
De onderzoekers denken dat het aanmaken van warmte door het lichaam gedeeltelijk ontstaat doordat cafeïne interacteert met de ryanodinereceptor. Daardoor krijgen cellen meer calcium tot hun beschikking voor het samentrekken van spieren, de productie van warmte, het verbranden van glucose en de werking van ATP en de mitochondria.
Bron:
|