04.10.2014

Negen testosteronmythes doorgeprikt

Geen enkel hormoon heeft zo'n slechte reputatie als testosteron. Door testosteron aangedreven mannen zouden agressief zijn, en neigen tot oorlogen en misdrijven. Mannen met veel testosteron zijn vaker corrupt en gewetenloos, en gaan als klap op de vuurpijl ook nog eens vreemd bij het leven. Dat beeld klopt maar half. Ergogenics corrigeert de negen meest voorkomende misvattingen over het hormoon dat van mannen mannen maakt.

Adolf Hitler liet zijn elitetroepen testosteron toedienen, lees je overal en nergens. Het hormoon wakkerde in de Duitse soldaten de bloeddorst aan en stelde ze in staat om de wreedheden te begaan waarover we nu met afgrijzen lezen in de geschiedenisboeken. Als er in mannen maar genoeg testosteron circuleert, dan doen ze ongeveer al het slechte waartoe de mens in staat is. En wanneer hebben we hebben we de duivelse kant van de mens nu beter kunnen beschouwen dan tijdens de tweede wereldoorlog? Nou dan.

Klinkt goed, klopt niet. Historici hebben de archieven van nazi-Duitsland tot op de laatste vierkante centimeter uitgepluisd, maar daaruit blijkt niets van proeven met testosteron op soldaten. Wel deden de Duitse legerartsen proeven met pepmiddelen als amfetamine.

Hormonen gaven de Duitsers niet aan soldaten, maar aan verzwakte mannen. Zoals Adolf Hitler zelf. De architect van de Uebermensch, die er geen been in zag om in zijn ogen inferieure individuen uit te roeien, was een geestelijk en lichamelijk wrak, weten we uit de dagboeken van Theodor Morell, Hitlers lijfarts. Morell gaf Hitler zo ongeveer elk hormoon en elk pepmiddel waaraan artsen in die periode aan kon komen. Inclusief testosteron, dat twee jaar voordat tijdens de tweede wereldoorlog uitbrak op de markt was gekomen. Hitler gebruikte maar weinig testosteron. Hij werd er onrustig van en kon er slecht door slapen. De Fuehrer gebruikte liever amfetamine.

Zo zijn er tientallen misvattingen over testosteron die niet kloppen, en maar blijven rondspoken op websites en in de kolommen van tijdschriften. Maar het is tijd om die testosteronsprookjes te ontkrachten.

Misvatting 1: Testosteron maakt hyperseksueel
Omdat testosteron de zin in seks aanwakkert, zijn mannen in principe in staat om 'het' met iedereen te doen. Hoe meer testosteron er in hun bloed zit, des te minder onderscheid maken mannen als het gaat bij de selectie van hun partner. Daarom ontstaan er spontaan homoseksuele relaties als heteroseksuele mannen langere tijd op een kluitje op elkaars lip zitten, zoals in gevangenissen of tijdens lange reizen op schepen.

Testosteron is inderdaad nodig om mannen zin in seks te geven. Maar het idee dat mannen door hun testosteron in principe met alles en iedereen seks kunnen hebben klopt niet. Testosteron maakt mannen juist kieskeuriger. Naarmate mannen meer testosteron in hun bloed hebben, hebben ze bijvoorbeeld een sterkere voorkeur voor vrouwelijke vrouwen, schreven Britse psychologen van de University of Aberdeen in Hormones & Behavior. Mannen met weinig testosteron vinden daarentegen vaak vrouwen met mannelijke trekken mooi.

Het idee dat mannen zich in gevangenissen, waar nu eenmaal geen vrouwen zijn, gemakkelijk aan elkaar vergrijpen wordt gecultiveerd in Amerikaanse TV-series als Oz. Amerikaanse studies bevestigen dat in gevangenissen en legereenheden en heteroseksuele mannen seks hebben met andere mannen. Uit diezelfde studies blijkt echter dat heteroseksuele vrouwen onder die omstandigheden veel makkelijker homoseksuele relaties beginnen dan mannen. De erotische plasticiteit van vrouwen is groter dan die van mannen, zeggen psychologen dan. [Psychol Bull. 2000 May;126(3):347-74.]

In Oz vind je de meeste seksuele relaties in de vrouwenvleugel.

Misvatting 2: Testosteron maakt mannen ontrouw
Mannen met veel testosteron hebben een torenhoog libido. Daardoor gaan ze sneller vreemd dan mannen met weinig testosteron.

Volgens surveys is de kans dat mannen vreemdgaan het hoogste als ze de veertig zijn gepasseerd. Op die leeftijd begint bij veel mannen de testosteronspiegel te dalen. Die daling zou de kans dat op vreemdgaan wel eens zou kunnen verhogen, blijkt uit experiment van Amerikaanse psychologen van Emerity University. En andersom: als mannen een hoge testosteronspiegel hebben, zouden ze wel eens trouwere partners kunnen zijn dan mensen die weinig testosteron aanmaken.

Geen enkel hormoon heeft zo'n slechte reputatie als testosteron. Door testosteron aangedreven mannen zouden agressief zijn, en neigen tot oorlogen en misdrijven. Mannen met veel testosteron zijn vaker corrupt en gewetenloos, en gaan als klap op de vuurpijl ook nog eens vreemd bij het leven. Dat beeld klopt maar half. Ergogenics corrigeert de negen meest voorkomende misvattingen over het hormoon dat van mannen mannen maakt.
De onderzoekers lieten mannen kijken naar pornografisch materiaal op een PC, en lieten aan de mannen zelf over hoe lang ze de foto's bekeken. Tegelijkertijd bepaalden de onderzoekers de testosteronspiegel van de mannen. De onderzoekers herhaalden de proef drie keer, en gebruikten daarbij dezelfde foto’s. Bij de mannen met veel testosteron gebeurde iets wat de onderzoekers niet hadden verwacht: naarmate de mannen het pornografisch materiaal vaker zagen, keken de mannen er langer naar. De mannen met weinig testosteron verloren al snel hun belangstelling, en klikten de plaatjes weg. Testosteron verhoogt dus de interesse in seks, maar vooral voor seks in een bekende omgeving met een bekende partner, leiden de onderzoekers uit hun studie af.

Testosteron is dus niet zozeer een hormoon dat mannen op zoek doet gaan naar nieuwe sekspartners. Testosteron is ook een hormoon waardoor mannen trouw blijven aan de partner die ze al hebben.

Misvatting 3: Door testosteron vallen mannen op vrouwen
Gezonde mannen met een normale hoeveelheid testosteron in hun bloed vallen op vrouwen. Mannen die op andere mannen vallen hebben te weinig mannelijke hormonen.

Zestig jaar geleden dachten artsen nog dat homoseksualiteit een ziekte was. Een populaire theorie was dat homoseksuelen niet genoeg mannelijke hormonen in hun lichaam hadden. Rond de tweede wereldoorlog hebben artsen geprobeerd om homomannen met forse testosteroninjecties te 'genezen'. Het enige effect van die behandeling was dat de homomannen meer zin kregen in seks. In seks met mannen, welteverstaan.

Mannen hebben testosteron nodig om zin te hebben in seks. Maar testosteron heeft geen invloed op het soort seks dat mannen willen. De theorie dat homoseksuelen minder testosteron aanmaken dan heteroseksuelen bleek later ook niet kloppen. In sommige studies uit de jaren zeventig hadden homoseksuele mannen juist een beetje hogere testosteronspiegel dan heteroseksuele mannen. [Am J Psychiatry. 1974 Jan;131(1):82-3.]

Misvatting 4: Aantrekkelijke mannen hebben veel testosteron
Vrouwen vallen op mannelijke mannen. Hoe meer testosteron een man aanmaakt, hoe aantrekkelijker die voor vrouwen is.

Als vrouwen vruchtbaar zijn hebben ze een lichte voorkeur voor mannen met een wat hogere testosteronspiegel. Mannen met een extreem hoge testosteronspiegel doen het echter niet goed bij vrouwen, of die nu vruchtbaar zijn of niet. Hun hoekige gezichten stoten veel vrouwen af.

Een theorie is dat een hoge testosteronspiegel slecht voor het immuunsysteem is, en dat mannen met een slecht immuunsysteem een grotere sterftekans hebben. Vrouwen investeren liever niet in een relatie met een man die de eerstkomende griepgolf waarschijnlijk niet overleeft, en geven daarom bijna altijd de voorkeur aan mannen met een min of meer normale testosteronspiegel.

Hoeveel testosteron een man aanmaakt, kunnen je afleiden uit zijn gelaatstrekken en uit zijn glimlach. Zeker op een foto pik je mannen met een hoog testosteron er moeiteloos uit. Mannen die veel testosteron aanmaken zijn niet fotogeniek, ontdekten psychologen van Georgia State University een paar jaar geleden. Als ze worden gefotografeerd of gefilmd heeft hun glimlach iets krampachtigs. Waarschijnlijk komt dat omdat mannen met veel testosteron hun omgeving graag willen controleren. Als iemand een foto van je neemt waar je tot in lengte van jaren op te zien bent, dan heb je die controle niet. High-T-mannen raken daarom automatisch gestressd als ze weten dat ze worden gefotografeerd.

Misvatting 5: Testosteron is het hormoon van de winnaars
Testosteron maakt mannen strijdlustig en zorgt ervoor dat ze zin hebben in conflicten. Winnen ze die, dan worden ze daarvoor beloond doordat hun lichaam nog meer testosteron aanmaakt.

Het leven is een rat-race, en in die rat-race domineren de ratten met de hoogste testosteronspiegel. Dat idee komt uit dierstudies, waarin onderzoekers mannetjesratten met elkaar laten vechten en een onderlinge pikorde tot stand laten brengen. Hoe hoger de ratten in de pikorde staan, des te hoger is hun testosteronspiegel. Toch is het niet zo dat het winnen van conflicten ratten aan een hogere testosteronspiegel helpt.

Het winnen van conflicten leidt tot een daling van de testosteronspiegel. Dat de dominante ratten een hogere testosteronspiegel hebben dan de ratten die onderaan de ladder staan, komt omdat het verliezen van conflicten zorgt voor een nog grotere daling. De stress die conflicten met zich meebrengen verlaagt de testosteronspiegel, of je die nu wint of niet. In onderzoeken hebben proefdieren die geen ruzies hoeven uit te vechten, maar gewoon in een eigen kooi zitten, de allerhoogste testosteronspiegel.

Als je dat extrapoleert naar mensen en mannen, dan zul je de hoogste testosteronspiegel niet zien bij de 'winnaars' van onze samenleving. Je vindt de hoogste testosteronspiegel waarschijnlijk bij de mannen die hun eigen ding doen, niet krampachtig meerennen in de rat-race en zich weinig van machtspelletjes aantrekken.

Misvatting 6: testosteron maakt agressief
De evolutie heeft mannen getransformeerd tot jagers. Als mannen niet genoeg konden vangen bij de jacht, dan overvielen ze andere mensen om aan eten te komen. Testosteron hielp ze daarbij.

Uit sportpsychologische studies kun je afleiden dat mannen meer testosteron aanmaken als ze zich verdedigen dan als ze worden aangevallen. In een onderzoek van de Canadese Brock University waarin spelers van hockeyteams werden gevolgd, bleek bijvoorbeeld dat de testosteronspiegel van de spelers stijgt als ze winnen. Maar dat is niet het hele verhaal.

Als de winnaars 'uit' spelen, en dus eigenlijk de rol van de agressor spelen, dan stijgt hun testosteronspiegel maar een beetje, ontdekten de Canadezen. Spelen de winnaars 'thuis', dan stijgt hun testosteronspiegel huizenhoog. Waarschijnlijk is testosteron dus niet het hormoon waardoor mannen andere mensen aanvallen. Testosteron is vooral een hormoon waardoor mannen zich tegen aanvallers verdedigen.

Natuurlijk verhoogt testosteron ook de agressie, maar dat is maar een van de vele effecten van testosteron op de geest. Testosteron vermindert bijvoorbeeld ook de gevoeligheid voor lichamelijke pijn. Biologen van Princeton University ontdekten bijvoorbeeld dat proefdieren langer hun poot in heet water konden stoppen als ze extra testosteron krijgen. In proeven op menselijke vrijwilligers bleek bovendien dat toediening van hele kleine beetjes testosteron het inleven in de gevoelens van anderen bemoeilijkt. Utrechtse psychologen ontdekten dat testosteron het ook moeilijker maakt om de gezichtsuitdrukkingen van andere mensen te lezen. Vooral gevoelens van afkeuring, zoals boosheid, angst en walging herken je minder snel als er veel testosteron in je lichaam circuleert.

Testosteron stelt je dus in staat om je te concentreren op iets belangrijks, en fysieke pijntjes en de mening van de goegemeente te negeren. Focus, heet dat. De monomane manier waarop ondernemers, wetenschappers, kunstenaars, musici of atleten - bezig kunnen zijn met hun werk of hun sport heeft waarschijnlijk alles met hun testosteron te maken. De samenleving heeft veel aan die mannen - en aan hun testosteron - te danken.

Misvatting 7: door testosteron kun je niet meer goed nadenken
Mannen verliezen eerder hun hoofd dan vrouwen. Dat komt omdat mannen door hun testosteron op kritieke momenten boos of ongeduldig worden, en daardoor foute beslissingen nemen.

In de medische wetenschap zijn geen gevallen bekend van mannen die door een overmatige aanmaak van testosteron niet goed functioneren. Er is wel sprake van het tegenovergestelde: van mannen die niet goed functioneren doordat ze te weinig testosteron aanmaken. Er is veel onderzoek naar mannen die de veertig zijn gepasseerd en een lage testosteronspiegel hebben. Vaak klagen die mannen over gevoelens van lusteloosheid, depressie en een slecht humeur. Mannen met weinig testosteron hebben bovendien meer moeite om de weg terug te vinden, en hebben meer moeite om woorden en namen te onthouden.

Misvatting 8: als mannen zin hebben in seks stijgt hun testosteronspiegel zo hoog dat ze niet meer kunnen nadenken
Testosteron is een oerhormoon. Als mannen opgewonden zijn, stijgt hun testosteronspiegel tot astronomische hoogten. En dan kunnen ze niet meer helder nadenken. Dan nemen hun instincten het over.

Zet je mannen bij vrouwen in een kamer, dan stijgt volgens een onderzoek van Groningse psychologen hun testosteronspiegel met zo'n acht procent. In studies waarin mannen naar pornofilms kijken zien onderzoekers een toename van 10-20 procent. In populairwetenschappelijke artikelen doen psychologen alsof ze daarmee hebben aangetoond dat ook mannen anno nu nog steeds biologische wezens zijn, met een hormoonsysteem dat zo sterk reageert op seksuele prikkels als dat van dieren, en waardoor het voor mannen onmogelijk is om nog helder na te denken als ze zin hebben in seks.

Biologen moeten daar vaak een beetje om lachen. Zij weten dat als je dieren bij geslachtrijpe vrouwtjes zet, de testosteronspiegel van de mannetjes niet met tien procent toeneemt, maar met drie- tot vierhonderd procent. De piek van de mannelijke testosteronspiegel voor of tijdens seks stelt, vergeleken met dieren, weinig voor. Mannen hebben weliswaar testosteron nodig om zin te hebben in seks, maar het idee dat seksueel opgewonden mannen zoveel testosteron aanmaken dat ze niet meer kunnen nadenken klopt niet.

Misvatting 9: mannen met weinig testosteron hebben injecties met testosteron nodig
Ouderdom komt met gebreken, maar gelukkig is de medische wetenschap er ook nog. Als door veroudering of een andere oorzaak de testosteronspiegel te veel vermindert, kunnen mannen alleen door injecties potent en mannelijk blijven.

Er zijn ondertussen honderden studies waarin mannen met weinig testosteron opknappen doordat ze hormooninjecties krijgen. Je leest daarover vaak op het internet of in de wetenschapsbijlagen van kranten. Dat testosteron op korte termijn werkt staat dus wel vast, maar of testosteroninjecties op de lange termijn veilig zijn weten we nog steeds niet.

In bijna alle onderzoeken waarin mannen testosteron krijgen komen bijwerkingen te vaak voor om testosteron zomaar aan iedereen voor te schrijven. Bovendien kunnen mannen die hun aanmaak van testosteron op een natuurlijke manier willen verhogen nog van alles doen. Een belangrijke strategie is het laag houden van de hoeveelheid lichaamsvet die je met je meedraagt. Een andere is zorgen voor voldoende slaap, en weer een andere is frequente kortdurende maar intensieve training.

Meer over het verband tussen leefstijlfactoren en de aanmaak van testosteron vind je hier.

Meer:
De geschiedenis van het gebruik van testosteron als anabool (7-2-2007)