08.02.2005

Arthur Jones, HIT-man

In bijna alles was Arthur Jones extreem. Hij was niet racistisch maar wel extreem-rechts. Hij propageerde een extreme trainingsmethode. Hij was extreem succesvol ondanks zijn extreme agressie. Op elke pagina van het boek Nieuwe High Intensity Training is hij aanwezig. Tussen de regels door blikt Arthur Jones welwillend neer op de lezers.

Nou ja...

Misschien niet welwillend.

Arthur Jones, HIT-man
'Jones bracht een revolutie teweeg in de fitnessindustrie', zegt bodybuilder en journalist Hans Wassink, de vertaler van Nieuwe High Intensity Training. 'Praktisch elk apparaat dat je ziet in een willekeurige sportschool is gebaseerd op de Nautilus- of Cybexmachines die hij heeft ontworpen. Jones is er schatrijk mee geworden. Dat de rest van Jones' erfenis in de vergetelheid dreigt te raken, heeft alles met het gedrag van Jones zelf te maken.'

Het door Wassink vertaalde boek bevat amusante maar ook tenenkrommende staaltjes van Jones' agressie. Als Jones in de jaren zeventig bijvoorbeeld eindelijk de mogelijkheid krijgt om een presentatie te geven op Duke University, wrijft Jones toehoorders meteen in dat ze waarschijnlijk te dom zijn om hem te begrijpen. Het boek beschrijft hoe Jones de voorste rijen persoonlijk beledigde, de achterste intimideerde en de middelste voorhield dat ze zo gemiddeld waren. Toen een wetenschapper kritiek uitte op Jones high intensity-trainingsleer formuleerde, dreigde Jones hem fysiek te mishandelen. Geen wonder dat de universiteit Jones geen tweede keer uitnodigde.

Het incident was typerend voor Jones, vertelt Wassink. Het verklaart waarom Arthur Jones nooit een status heeft kunnen veroveren als die van de Weiders. 'Niemand werkt graag samen met een persoon die je voortdurend voor rotte vis uitmaakt', zegt hij. 'Ook al is hij nog zo briljant.'

En Jones was briljant. De Weiders zetten een imperium op, en voorzagen bodybuilding van een duidelijke organisatie. Maar innoveren deden ze niet. 'Kijk maar naar de Weider-trainingsleer', zegt Wassink. 'Alle elementen daarin bestonden al voordat de Weiders ze inpikten en er hun naam op plakten. Maar Jones was origineel. Hij ontwikkelde nieuwe dingen. Zelf, op eigen kracht.'

Het door Spectrum uitgegeven Nieuwe High Intensity Training begint met een voor liefhebbers te korte beschrijving van Jones' leven. Hoe hij, geboren in een artsenfamilie, al op vijftienjarige leeftijd wegliep van huis. Hoe hij in de jaren vijftig en zestig in Afrika dieren ving voor dierentuinen. En hoe hij, peinzend voor de kooien met leeuwen, gorilla's en krokodillen hun imposante musculatuur vergeleek met die van hemzelf.

Jones trainde als tiener al met gewichten, maar slaagde er nooit in om meer dan tien kilo extra spieren op zijn basisframe van 67 kilo te krijgen. Toen hij voor de kooien stond kreeg besefte hij ineens waarom. En kreeg hij het idee waarop hij zijn omstreden trainingsleer zou baseren.

'Leeuwen doen de hele dag niets', zegt Wassink. 'Ze slapen. Ze eten. En heel, heel af-en-toe komen ze in actie als ze hun prooi moeten verschalken. En toen dacht Jones: zo moeten mensen eigenlijk ook trainen. Geen urenlange sessies, maar korte en intensieve trainingen. De spiercellen een flinke tik geven, en ze dan vier, vijf dagen of langer laten herstellen.'

Jones werkte het idee in de jaren zestig uit, toen hij na zijn terugkeer naar de Verenigde Staten het prototype van zijn latere Nautilusmachines ontwikkelde. Jones noemde het ding consequent 'Het Blauwe Monster', vanwege de waarin Jones hem liet verven. Het Blauwe Monster [hieronder] groeide uit tot de eerste universele multimachine in de geschiedenis van fitness, en Jones benaderde diverse bodybuilders om zowel zijn machines als zijn trainingsmethode uit te proberen. Het waren niet de minsten die Jones bezochten: Casey Viator, Arnold Schwarzenegger, Franco Columbu, de gebroeders Mentzer – en niet te vergeten met de allerbeste bodybuilder van dat tijdvak: Sergio Oliva.


Arthur Jones, HIT-man


Jones kreeg zijn succes niet cadeau. High Intensity sloeg niet direct aan. Arnold Schwarzenegger vond het bijvoorbeeld niets. De Oostenrijkse Eik vond dat je in een training langzaam moest toewerken naar de grote gewichten. Het na een opwarming alles geven in een enkele set brak hem op. Na zijn terugkeer verspreidde hij het gerucht dat hij tijdens zijn periode bij Jones dik was geworden. Hij had, vertelde hij, niet genoeg kunnen trainen.

De grootste klap kwam echter van Weider, die in zijn tijdschriften een campagne tegen Jones' machines begon. In een reeks artikelen beschuldigden bodybuilders Jones ervan een kwakzalver en een oplichter te zijn, maar later bleek dat de kwaadsprekers hun aantijgingen uit hun duim hadden gezogen.

De Mentzers ontpopten zich als Jones-adepten, maar Jones was daar niet blij mee. 'Mike Mentzer plakte aan Jones theorie de stresstheorie die in de jaren zeventig in de mode kwam', zegt Wassink. 'Stress hield in dat het lichaam in een constante staat van alarm was, en daaraan uiteindelijk ten onder ging. Training met veel volume, zei Mentzer toen, betekende dat het lichaam in zo’n staat van stress terechtkwam.'

Op zich zou Jones daarmee vrede hebben, was het niet dat de Mentzers niet op de door Jones geadviseerde manier trainden. Ze konden de korte intensieve sets van Jones in de praktijk niet opbrengen, en trainden meestal op de klassieke manier, met veel volume.

'Jones vond de Mentzers te lui', zegt Wassink. 'Hij stuurde ze uiteindelijk de laan uit.' Over Colombu was Jones wel te spreken. Hij had nog nooit iemand gezien die zo veel kracht kon ontwikkelen als Colombu.

Nieuwe High Intensity Training is niet alleen het verhaal van Jones. Het is ook het verhaal misschien we de enige persoon in Jones' leven die langdurig met hem kon samenwerken: de bewegingswetenschapper en bodybuilder Ellington Darden, die als geen ander het gedachtengoed van Jones heeft verspreid. En aangepast, benadrukt Wassink.

'Wat Jones onder High Intensity verstond is onmogelijk', zegt Wassink. 'Jones wilde echt een spiergroep trainen met maar 1 set, en het hele lichaam met een serie van sets achter elkaar. En alles met een intensiteit die zelfs de sterkste bodybuilder deed vomeren. Als je het al kunt opbrengen, dan kost het ook nog eens je gewrichten.'

Darden was zich daarvan bewust en heeft daarom de rigide schema's van Jones aangepast tot een trainingsleer die geschikt is voor een breed publiek: van fanatieke bodybuilders tot ambitieuze Men's Healthlezers, die wel een goed lichaam en een goede gezondheid nastreven, maar weinig tijd hebben. 'Je kunt die methode High Intensity Light noemen’, zegt Wassink.

'Een sleutelzin uit het boek is: Als je harder gaat trainen, moet je ook minder gaan trainen. Maar ook het tegenovergestelde is waar - tot op zekere hoogte. Als je die intensiteit van het klassieke HIT niet kunt of wilt opbrengen, dan zul je moeten compenseren met een enkel setje per spiergroep meer. Dat heeft Darden goed begrepen.'

Bron:
Ellington Darden. Nieuwe High Intensity Training. Het Spectrum, 2004. ISBN 90 274 9736 2.