1 2 - 0 5 - 2 0 0 8
Studie: ecdysterone en turkesteron werken anabool
(J Agric Food Chem. 2008 Apr 30 [Epub ahead of print].)
Onderzoekers van de Amerikaanse Rutgers University hebben in het degelijke Journal of Agricultural and Food Chemistry bevestigd wat een paar dozijn Russische studies ook al beweerden: ecdysteroïden, de plantaardige steroidverbindingen in bijvoorbeeld spinazie, hebben een anabole werking.
Ecdysteroïden verlagen volgens oude Oostblokstudies de cholesterol- en de suikerspiegel, stimuleren het immuunsysteem,
maken de hartslag regelmatiger, beschermen de lever - en bouwen spiermassa op. Om die laatste bewering te toetsen deden de Amerikanen proeven met spiercellen in reageerbuizen en ratten.
De onderzoekers deden om te beginnen een experiment met jonge spiercellen uit muizen. In reageerbuizen stelden ze die bloot aan oplopende concentraties 20-hydroxy-ecdysterone, het meest voorkomende ecdysteroid in supplementen, zijn broertje turkesterone en het full blown anabole steroid methandienone - de actieve stof in Dianabol. De onderzoekers deden hun proeven ook met ponasterone en polypodine B, maar die bleken minder actief.
Dat is trouwens allemaal precies zoals de Russische ecdysteroid-onderzoeker Syrow het heeft beschreven.
Hieronder zie je hoeveel gemerkt leucine de spiercellen opnamen toen de onderzoekers ze blootstelden aan ecdysterone, turkesterone en dianabol. Die opname is een merker voor anabole processen.
Je ziet het goed. De plantenstofjes doen het beter dan good old methandienone. Waarom precies, dat staat in een listig verscholen bijzinnetje: de muizencellen zijn zo jong dat hun androgeenreceptoren nog niet goed functioneren.
Hum.
Minpuntje, heren en dames van Rutgers.
De onderzoekers herhaalden de proef met extracten van de plantjes Ajuga turkestanica en Spinacia oleracea. Dat laatste plantje ken je want het is gewoon spinazie. Overal te koop. De extracten werkten in de wat hogere concentraties even goed. Het extract van spinazie bestond voor drie procent uit ecdysterone. Het Ajuga-extract bestond voor twee procent uit turkesterone. In beide extracten zaten nog meer steroidverbindingen, maar het was teveel werk om ze allemaal te classificeren.
Stelden de onderzoekers cellen bloot aan de plantenstoffen, dan duurde het zo'n acht uur voordat de opname maximaal was.
Omdat ze ook wilden hoe ecdysteroïden werken in levende wezens gaven de onderzoekers ze via een slangetje aan ratten. Na vier weken bepaalden de onderzoekers hoe hard de dieren zich met hun poten ergens aan konden vastklampen.
Het plantenspul werkt dus. Ecdysterone, het spinazie-extract en dianabol vermeerderden de spierkracht met respectievelijk 18, 24 en 21 procent.
Hoe ecdysteroïden precies werken weten de onderzoekers niet. Toen ze hun plantenstofjes loslieten op een losse androgeenreceptor ontdekten ze dat de verbindingen niet hechtten aan de receptor. Ecdysteroïden zijn dus geen androgenen. Dat het ook geen oestrogenen zijn wisten we al.
De Amerikanen achterhaalden wel dat de plantenstofjes via de PI3K-pathway werken. Gooiden ze een remmer van die pathway bij hun cellen, dan werkten de stofjes niet meer. Via de PI3K-pathway schakelen spiercellen het Akt-enzym of protein kinase B aan. Dat is een schakelaar die cellen laat groeien en zich laat ontwikkelen.
De Amerikaanse studie is niet alleen interessant omdat hij aantoont dat je het Russische onderzoek naar ecdysteroïden niet moet afschrijven. Hij is ook de moeite waard omdat hij vertelt wat er misschien fout gaat bij gebruikers van deze stoffen. In de bovenstaande grafiek, waarin de Amerikanen hun componenten bij spiercellen stopten, remden lage doses de spieropbouw. Veel gebruikers van ecdysteroidsupplementen melden dat ze aanvankelijk helemaal niets merken als ze ecdysterone gebruiken, en soms ook dat hun progressie juist lijkt af te nemen. Na verloop van tijd, als de spiegel van de actieve stoffen is gestegen, wordt dat beter.
Misschien moet je ecdysteroïden in hoge doseringen gebruiken, of helemaal niet. Of misschien moet je ze langere tijd achter elkaar slikken, zodat je een hoge ecdysteroidspiegel kunt opbouwen.
|
0 8 - 0 5 - 2 0 0 8
Co-enzym Q10 beschermt spieren van vechtsporters tijdens trainingskamp (Br J Nutr. 2008 Oct;100(4):903-9.)
Studenten die serieus aan de Japanse gevechtskunst Kendo doen hebben tijdens een trainingskamp minder kans op blessures als ze het co-enzym Q10 slikken. Dat schrijven Japanse sportwetenschappers binnenkort in de British Journal of Nutrition. Suppletie met het co-enzym verlaagt merkers in het bloed die duiden op spierschade.
De onderzoekers gaven tien proefpersoon elke dag driehonderd milligram co-Q10 bij het ontbijt. Acht sporters die dienden als controlegroep slikten een placebo. Twee weken nadat de suppletie was begonnen gingen de sporters naar een intensief vijfdaags trainingskamp. Toen onderzochten de onderzoekers het bloed van de sporters.
De suppletie had de spiegel van het co-enzym verviervoudigd. Daardoor werden vrije radicalen in het bloed sneller geneutraliseerd. In het bloed van de supplementengroep zaten ook minder geperoxideerde vetten - potentieel schadelijke verbindingen, die vrijkomen tijdens intensieve fysieke inspanning - dan in het bloed van de placebogroep. In het bloed van de co-Q10-gebruikers was ook minder actief creatinekinase aanwezig, een andere merker van spierschade.
De meest overtuigende merker die de Japanners vonden zie je hieronder.
In het bloed van de supplementengebruikers zat minder van het spiereiwit myoglobine. Dat duidt erop dat er minder spiercellen zijn kapotgegaan, en minder van hun inhoud in het bloed terecht is gekomen.
Tenslotte vonden de Japanners minder witte bloedcellen in de co-Q10-gebruikers. Dat wijst op minder serieuze ontstekingsprocessen.
Het co-enzym gaat zitten in de membranen van de spiercellen, vermoeden de onderzoekers. Die kunnen daardoor meer hebben en gaan bij intensieve training minder makkelijk kapot.
|
|
|