|
||
|
||
1 4 - 0 5 - 2 0 0 3 Weggemoffeld rapport: helft skitoppers gebruikt EPO
De skisport staat stijf van de EPO en andere vormen van doping. Dat zeggen onderzoekers van de University of Alberta die in het jaar voor de winterspelen van Salt Lake City, tijdens de wereldkampioenschappen in het Finse Lahti het bloed van 's werelds beste skiers onderzochten.
Hoe hoger een skier eindigde, des te hoger was de kans dat de sporter zijn rode bloedcellen had opgevoerd, ontdekten de onderzoekers. Van de medaillewinnaars had vijftig procent abnormaal veel hemoglobine in het bloed. Bij de atleten die tussen de derde en tiende plaatst eindigden was dat 33 procent. Bij de sporters die ergens tussen plaats veertig en vijftig eindigden had slechts drie procent abnormale waarden.
De onderzoekers concludeerden niet alleen dat het dopinggebruik algemeen was. Ze bewezen ook dat de tests niets voorstellen. Op wedstrijden gebruiken tientallen procenten van de atleten, maar dopingjagers kunnen hooguit een enkeling betrappen. "De nieuwe EPO-varianten lijken zo sterk op het natuurlijke EPO dat de kans op detectie nihil is", vertelde auteur Tapio Videman in de krant Globe And Mail.
Videman is cynisch geworden, zei hij. De gedachte dat farmaceuten kunnen meewerken aan het uitbannen van doping heeft hij opgegeven. "Twintig jaar geleden dachten we erover om de fabrikanten van dopingmiddelen te vragen om een merker aan hun producten toe te voegen, zodat we gebruikers makkelijker kunnen opsporen. Nu weten we dat dat financieel niet haalbaar is. Dan zouden alle klinische tests overnieuw moeten gebeuren. Dat wordt veel te duur."
"De sport zal niet uit zichzelf veranderen", besluit de onderzoeker. "De verandering zal van de sponsors moeten komen."
Helemaal nieuw zijn de onderzoeksuitkomsten, die onlangs verschenen in de Clinical Journal of Sport Medicine, niet. De onderzoekers stuurden de International Ski Federation al in 2001 een rapport over hun bevindingen. Dat er niets mee gebeurde kwam omdat de geschrokken Ski-Federatie tien dagen voor de wedstrijd had besloten het onderzoek niet als een verzameling 'dopingtests' te beschouwen, maar als 'research'.
Een jaar later lekten de onderzoeksresultaten uit naar Noorse journalisten die werkten aan een boek over doping. Hoewel het rapport geen namen noemt, staat in het boek dat het gaat om Duitse, Oostenrijkse, Estoonse, Russische en Finse sporters. Dopingjagers betrapten zes van die Finnen trouwens op het gebruik van een verboden middel dat de hoeveelheid bloedplasma vergroot, zodat niet opvalt dat de sporters hun hemoglobinespiegels hebben opgekrikt.
Overigens heeft 0.1 procent van de mensen door een genetische toevalligheid van zichzelf een extreem hoge hemoglobinespiegel. Dat alle verdachte atleten tot die kleine groep genetische uitzonderingsgevallen behoort, is echter uitgesloten.
De onderzoekers publiceerden in 2000 nog een studie, waarin ze de hemoglobinespiegels van cross-country skiers die meededen aan de top-evenementen, door de jaren heen met elkaar vergeleken. Tot 1989 waren die spiegels normaal. Daarna begonnen ze te stijgen, om in 1996 een hoogtepunt te bereiken.
De stijging kwam volledig op het conto van een groep met extreme waarden en was hoog genoeg om slecht te zijn voor de gezondheid en de prestaties te verbeteren. Als er in de jaren negentig een richtlijn komt die de concentratie hemoglobine aan banden legt, zakt de hemoglobinespiegel meteen. Niet omdat de sporters geen EPO meer gebruiken, denken de onderzoekers, maar omdat de plasma-expanders hun intrede doen...
1. James Christie. Drug use extensive, study says. The Globe and Mail, 13-5-2003. |
|
|